Een kersenboom snoeien moet al in het begin nadat hij geplant is. Op die manier bepaal je het model van de kersenboom. Een kersenboom moet zo worden gesnoeid dat er een centrale stam aanwezig is met enkele gesteltakken met zijtakken. Dit moet dan de kersenboom worden waaraan de mooi verdeelde takken veel vruchten kunnen dragen. De gesteltakken moeten op 45 graden staan op de stam. Ze moeten allemaal even lang gesnoeid worden. Je zal dan een kersenboom krijgen waarbij de vruchten goed gedragen kunnen worden.
Na het eerste seizoen
Als de kersenboom het eerste jaar heeft doorstaan, moet de jonge kroon van de kersenboom een keer goed gesnoeid worden. Op deze manier wordt er bereikt dat hij goede vruchten zal blijven dragen. De dicht op elkaar staande takken, steil groeiende takken en kruisende takken moeten worden verwijderd.
Alle scheuten, die het eerste jaar aan de bovenzijde zijn ontstaan, moeten ook worden verwijderd. Op deze manier krijg je een kersenboom die niet de hoogte in zal gaan. Door de binnenste kroon aan de bovenzijde te verwijderen, zorg je ervoor, dat er veel lichtinval in de kroon mogelijk is. We moeten ervoor zorgen dat we zoveel mogelijk horizontale scheuten krijgen. Zij geven de meeste vruchten. De verticale scheuten geven minder vruchten. Als je te veel snoeit zal dat hard groeiende scheuten opleveren die geen vruchten zullen bevatten.
Na het eerste jaar
De jaren die erop volgen moet je zorgen dat je per gesteltak maar drie zijtakken zal krijgen. Ze moeten in verschillende richtingen groeien en naar buiten gericht zijn. De eerste zijtak, die er moet ontstaan, moet minimaal 60 cm vanaf de hoofdstam zitten. De andere takken moeten weer 80 cm van elkaar afzitten.
Je zal begrijpen dat het snoeien van een kersenboom niet zo simpel is. Je moet weten wat je doet om steeds maar weer, ieder jaar, vruchten te kunnen oogsten.