Fruitbomen snoeien is belangrijk als je een gezonde boom wilt met veel fruit. Als je dit proces onder de knie hebt dan zullen ziektes veel minder voorkomen. Je kunt volop genieten van een mooie oogst.
Wanneer fruitbomen snoeien?
Niet alle fruitbomen zijn hetzelfde en kunnen niet op hetzelfde moment gesnoeid worden. Er zijn twee soorten fruitbomen. Bomen waarvan de vruchten pitten hebben (bv. peren, appels) en diegene waarvan het fruit een steen bezit (bv. pruimen, kersen).
Bomen met vruchten die pitten hebben dienen gesnoeid te worden op een droge winterse dag ergens tussen januari en maart. De fruitsoorten met een steen kan men best meteen na de oogst snoeien. Midden in de zomer dus. In de zomer zullen deze bomen sneller van hun wonden genezen. Dit zal de kans op ziekten zoals loodglans doen dalen.
Fruitbomen met pit snoeien
Tijdens de periode januari- maart is het tijd om het dode en beschadigde hout te verwijderen. Eveneens moeten gekruiste takken geknipt worden. Als je de extra dikke bloemknoppen spaart en gebruik maakt van een leivorm zal de boom meer vruchten dragen. Een leivorm is waarbij de takken van de bomen begeleid worden aan een draad. Dit komt omdat de takken en later ook de vruchten meer licht zullen krijgen.
In de zomer worden de takken die recht naar boven groeien gesnoeid. Tijdens juni kunnen er veel appels naar beneden komen. Maak je geen zorgen dit is normaal. Je kunt zelf ook helpen door een teveel aan vruchten te verwijderen. Zo krijgen de overige appels meer ruimte om zich tot mooie vruchten te ontwikkelen.
Fruitbomen met steenvruchten snoeien
Bomen met steenvruchten moeten meteen na de oogst gesnoeid te worden. Bij de pruimelaar snoeit men de scheuten van vorig seizoen terug. Deze scheuten worden vier tot zes knopen terug gesnoeid, dit geteld vanaf de basis.
Bij kersenbomen moeten de gekruiste takken en de steil groeiende twijgen afgeknipt worden.
Snoei de takken steeds boven de knop en schuin af. Dan kan het regenwater makkelijk weglopen.
